![]() Resulterende kracht | -Spring naar:De volgende onderwerpen worden in dit hoofdstuk behandeld: - Traagheidsbeginsel- Krachten tekenen - Krachten optellen - Ontbinden van krachten - F = m.a - Zwaartekracht - Op een helling - Gewicht - Spankracht - Actie = -reactie - Katrollen - Veerkracht - Archimedeskracht |
Transcriptie van de slides
Krachten optellen - Krachten I - Fysica - Theorie - Toelatingsexamen arts en tandarts
Resulterende kracht
Optellen van krachten gebeurt door het optellen van de vectoren.De kracht die hieruit ontstaat noemt men de resulterende kracht (of resultante).
Fr = F1 + F2
Waarbij voor de grootte van Fr geldt:
waarbij a de hoek tussen F1 en F2 is:
Opgelet: verwar niet met de cosinusregel, het is hier + 2 F1 F2…!
F12 + F22 + 2 F1 . F2 . cos a
Voorbeeld
Hoe groot is de resulterende kracht?F2 = 350 N
F1 = 500 N
a = 60°
F12 + F22 + 2 F1 . F2 . cos a
5002 + 3502 + 2 . 500 . 350 . cos 60°
= 740 N
Wat met de richting van F<sub>r</sub>?
Maar wat met de richting van de resulterende vector?Wel, hier geldt voor de y-componenten dat F2,y = Fr,y
Dus F2 . sin a = Fr . sin q
Hieruit kunnen we dan q berekenen.
Fr,y = F2,y
Meer dan twee krachten
Bij drie krachten (of meer) berekenen we eerst de resulterende kracht van twee krachten (F1,2) en dan berekenen we de resulterende kracht tussen F1,2 en F3 (enzovoort).F1,2,3
Toelatingsexamen arts en tandarts